De angst die ik jarenlang zelf in stand hield

En ik ineens snapte dat mijn eigen brein mijn grootste belemmering was

Het was drie jaar geleden.

Ik stond met mijn tenen in het zoute water van de Pacific Ocean. Samen met mijn lief van toen stond ik het witte zand van het strand van San Diego. Onze droomreis van 3 maanden door de VS was zojuist begonnen.

Het zand was warm.

Het water was koud.

‘Ik ga de zee niet verder in.’ Dat is wat mijn hoofd mij zei.

Ik ben bang. Bang voor vissen. Bang voor niet-bestaande zeemonsters. Bang voor niet weten wat je tegenkomt.

De stem van een ander gedeelte in mijn hoofd begon harder te praten.

‘Janneke, deze angst zit in je hoofd. En die houd je zelf al jaren in stand. Het is nu klaar! Je gaat de zee in’.

En dat laatste deed ik.

Ik liep de stille oceaan in.

Als je de kust van Californië een beetje kent, weet je dat daar veel zeeleeuwen voor de kust zwemmen. Hun gebrul is onmiskenbaar als je langs de kustlijn slentert.

Ik stond inmiddels tot ver boven mijn middel in de zee. Op een meter of 20 zie ik een zeeleeuw boven het water uitkomen.

Mijn eerste reactie, het duurde een nanoseconde:

‘Ik moet eruit. Wegwezen hier!’

Mijn volgende reactie was; Blijf kijken hoe dat grote beest zich een weg baant door de zee.

En dat laatste deed ik. Ik keek en voelde me vrij.

Nu zwem ik overal waar het maar kan. De zee. De gracht. De plassen. Een bergmeertje.

En dat voelt iedere keer weer als ultieme bevrijding.

Hoe ik mijn angst voor water, die ik al mijn hele leven had te boven kwam?

Voor ik met mijn voeten op de Californische kustlijn stond, was ik sinds 2 winters bezig om bijna dagelijks in ijskoud water te stappen. In een zwembad bij de buren. In de sneeuw. In de regen. Als het gevroren had. Onder een heldere, maar koude sterrenhemel.

Elke keer was het een uitdaging om de kou in te stappen. Elke keer wilde ik eigenlijk niet verzon mijn brein smoesjes om het niet te hoeven doen. En toch deed ik het wel. Elke keer opnieuw. Samen met mijn buren.

Mijn amygdala, het angstcentrum in je brein, deed iedere keer hard haar best om me te weerhouden het ijskoude water in te gaan. En elke keer zei ik tegen mezelf; ‘Na het koude water voel je je weer heerlijk’. En dat was ook zo.

Net als met hardlopen had ik van een ijsbad achteraf ook nooit spijt.

Mijn waarom om een ijsbad in te stappen was heel helder: het schijnt te helpen tegen reuma (en andere auto-immuunziekten) en ik doe er alles aan om me gezonder te voelen dan ik me voelde tussen mijn 24e en 38e levensjaar.

Het maakte me fysiek ijzersterk. Ik werd slanker (hoera voor bruine vetcellen) en ik kon meer, verder en sneller hardlopen dan ik ooit had gedaan.

En na twee jaar stond ik voor die oceaan en stapte erin. De koudetraining bleek ook een training om mijn angst te beteugelen. De angst in mijn hoofd was gaan liggen. En dat maakte mij vrij. De koudetraining bleek me niet alleen fysiek een enorme oppepper te geven, maar mentaal bracht het me meer dan ik twee jaar geleden kon bedenken.

En vandaag de dag spring ik overal het water in en laat ik me schoonspoelen. Door de kracht van water. Eén met de natuur. Het brengt me rust. het brengt me stilte. Het brengt me blijdschap. Het brengt me kracht.

En iedere keer… iedere keer weer is het spannend om erin te gaan.

Ik zoek de rust

Ik zoek de stilte

De eindeloosheid van de zee.

Al mijn zorgen

Mijn gedachten

Ik geef ze aan de golven mee

van Brievenbusgeluk /www.brievenbusgeluk.nl/